Entertainment

Eva Maria Westbroek wil jongeren aan de opera

18-01-2015 12:27

LONDEN – De wereldberoemde Nederlandse sopraan Eva-Maria Westbroek is 29 januari in tientallen Nederlandse bioscopen te zien. Vanuit het Royal Opera House in Londen wordt dan live de operavoorstelling Andrea Chénier vertoond, waarin zij de hoofdrol vertolkt naast de Duitse Jonas Kaufmann. Negen vragen aan Westbroek.

Je bent wereldberoemd, reist de hele wereld rond. Is het lastig nuchter te blijven onder dat succes?

“Nee joh: ik denk daar zelf ook nooit over na. Ik ben gewoon heel erg blij dat ik mijn geld kan verdienen met wat ik leuk vind om te doen. Meer valt daar niet over te zeggen. Mijn agent wordt benaderd door operagezelschappen die een programma maken, of die een bepaald stuk willen doen. En dan vragen ze of ik die rol wil doen. Dat gebeurt meestal al lang van tevoren: ik zit nu tot 2018 voor een groot deel vol.”

Wijs je veel af?

“Dat valt wel mee. Ik bepaal of ik de rol leuk vind, en of de mensen met wie ik het project ga doen leuk zijn. Er zijn een paar rollen waar iedereen mij altijd maar voor vraagt, die ik zelf niet wil doen. De Brünhilde van Wagner bijvoorbeeld, die vind ik gewoon te zwaar om te zingen. Als je eenmaal zo’n rol hebt gezongen, kan je niet meer terug naar wat lichter repertoire. Dan zit je de rest van je leven aan dat soort Wagner-rollen vast.”

Wat zijn je droomrollen?

“La Fanciulla del West van Puccini is één van mijn favoriete opera’s ooit, die heb ik al meerdere malen mogen doen. Net als Manon Lescaut, en Lady MacBeth van Mtsensk. Er is één droom die ik vermoedelijk nooit ga verwezenlijken: Madame Butterfly van Puccini. De hoofdrol is voor een 16-jarige Japanse: die rol wordt vaak gezongen door redelijk fragiele, meisjesachtige vrouwen. Ik geloof niet dat in fysiek opzicht genoeg aan dat beeld voldoe. Maar ik blijf het vooral roepen en voorstellen, misschien hapt er ooit iemand toe.”

Opera’s zijn vaak stukken van drie, vier uur. Jij staat doorlopend op het podium. Hoe slopend is dat?

“Heel erg slopend, ja. Het is elke keer een marathon: je zingt in een grote zaal voor drieduizend man, zonder microfoon. Na een concert moet ik ook echt een paar dagen rust houden: dat soort stukken vraagt fysiek zo ontzettend veel van je. Ik zorg ervoor dat ik altijd goed slaap, gezond eet en veel sport. Je moet sterke benen hebben, maar je ook fit en sterk voelen. Ik doe ook veel aan boksen, dat is heel goed voor je conditie en je uithoudingsvermogen.”

Je behoort nu tot de wereldtop in je vak. Hoeveel inspanning heeft het je gekost te komen waar je nu bent?

“Heel veel inspanning. Het is een lange weg geweest naar waar ik nu ben. Ik heb jarenlang teleurstellingen moeten incasseren, het heeft heel lang geduurd voordat ik wist dat ik het zou redden in dit vak. Het is heel moeilijk om door te blijven gaan als je elke keer bij audities ‘nee’ te horen krijgt.”

Wat was het keerpunt dan?

“Ik had rond mijn dertigste twee jaar geen werk gehad. Dat was wel een punt waarop ik bijna dacht: ik geef het op. Ik was mijn zelfvertrouwen kwijt en ben toen ik therapie gegaan. Dat betekende een omslag, opeens lukte alles. Als je staat te zingen en je straalt een bepaald soort zieligheid uit, dan zien andere mensen ook niet waarom ze jou zouden moeten vragen. Op een toneel ben je heel kwetsbaar, publiek pikt elke vibe op die je uitstraalt. Het kan echt in je ziel kijken. Hoe goed je ook zingt, je aura verraadt je altijd.”

Meestal speel je in opera’s vrij droevige rollen. Acteurs kunnen soms wekenlang in zo’n zwaarmoedig personage blijven hangen. Hoe doe jij dat, kan jij dat gevoel uitzetten?

“Ik zet dat niet direct uit, nee. Maar ik vind het eigenlijk best fijn om dat soort rollen te spelen. Het werkt voor mij als een soort therapie, al die droevige verhalen. Je stort je op zo’n leven, gaat er vól in, ondergaat haar hele emotionele geschiedenis. Het is een soort catharsis voor mij. Ik kan daar bijna van genieten. Misschien scheelt het ook dat ik na elke uitvoering twee, drie dagen vrij ben om ook mijn stem weer op krachten te laten komen.”

Je hebt in allerlei talen gezongen, ook Russisch en Tsjechisch. Die talen spreek je zelf niet. Hoe leer je dan je teksten?

“Ik leer de teksten dan helemaal fonetisch. Dat is heel, heel, heel veel werk. Maar ik leer ook precies wat ik zeg: er staat een woordelijke vertaling naast. Je moet wel weten met welk woord je welke emoties wilt overbrengen. Maar het is absoluut fijner als je de taal zelf kan begrijpen. Ik ben nu bezig beter Spaans te leren.”

Opera wordt vaak geassocieerd met ouder publiek. Hoe kan je dat stigma doorbreken?

“Op opera komen doorgaans toch wat oudere mensen af, daar heb je gelijk in. Ik doe altijd wel mijn best om toch ook jongeren te enthousiasmeren. We hebben in Londen onlangs Anna Nicole gedaan, een opera over het leven van model Anna Nicole Smith. Het Royal Opera House had die voorstelling gekozen voor de studentenopening van het seizoen, voor jongeren waren de kaartjes voor een gereduceerd tarief. Dat was supergaaf, want er zat dus alleen maar jong publiek in de zaal. En dat ging er helemaal in mee, dat was geweldig.”

De lijst met theaters is te vinden op de Nederlandse website van Royal Opera House Cinema. De kaartverkoop is al van start gegaan.