Interview

Olaf Koens wint Gouden Pen: ‘Flikker op met je prijzen’

05-03-2015 15:36

Tijdens een chic gala in Amsterdam, natuurlijk gepresenteerd door Matthijs van Nieuwkerk, werd journalist Olaf Koens uitgeroepen tot winnaar van de Gouden Pen. Zijn reportage over de rampplek van MH17 in De Volkskrant was immers het best gelezen op Blendle in 2014. Koens zelf trouwens bleef lekker op zijn stek in Rusland, vertelt hij via Skype.   


Prijsje gewonnen weer, niets mis mee. Eerst Journalist van het Jaar, nu de Gouden Pen en met RTL ook genomineerd voor een Tegel.
“Tja, de Gouden Blendle. Ik weet niet wat je ermee moet. Het beeldje van de Journalist van het Jaar staat op mijn bureau, maar wat moet je met een Gouden Blendle? Geen idee.”

Wist je wel dat hij aan je uitgereikt zou worden?
“Alexander Klöpping probeert me al een maand te bewegen om naar Nederland te komen. We zouden aanschuiven bij Matthijs van Nieuwkerk in DWDD. Ik heb er even over getwijfeld, maar dacht uiteindelijk: flikker maar op met je prijs.”

 

‘Het is lastig om toegang te krijgen tot online kranten. Behalve voor NRC trouwens want dan tik ik altijd de naam van een oude redacteur met ‘welkom’ als wachtwoord’

 

Vond je het helemaal niks?
“Het is gewoon niet leuk om een prijs te ontvangen, om daar de hele avond te zitten. Gaan ze natuurlijk weer dat verhaal voorlezen over de rampplek en dat Matthijs vraagt wat er destijds allemaal door me heen ging. Ik heb dat al zó vaak verteld. Het stuk is geschreven en daarmee zit mijn werk er verder op. Die uitreiking is toch ook gewoon een commercieel Blendle-ding waar iedereen enthousiast moet doen over Blendle? Ik heb in de videoboodschap uitgelegd dat ik niet weet wat Alexander Klöpping ervoor krijgt, maar dat ik wel weet wat ik er zelf aan verdien. Namelijk 0 euro.”

Geloof jij in Blendle?
“Natuurlijk wel. Het werkt superhandig. Ik lees wel Volkskrant online, maar het is lastig om toegang te krijgen tot andere kranten. Behalve voor NRC trouwens want dan tik ik altijd de naam van een oude redacteur met ‘welkom’ als wachtwoord. Maar dat gaat allemaal veel makkelijker met Blendle, goede service. Als journalist is het handig om te gebruiken.”

En als auteur?
“Ik verdien er niks aan, maar dat moet ik dan met De Volkskrant bespreken als we onderhandelen over mijn tarief want Philippe Remarque maakt weer afspraken met Blendle. Ik kan gelukkig mijn verhalen bundelen in een boek want het blijft wel mijn tekst.”

Hoeveel keer is het eigenlijk precies gelezen?
“Dat is een soort publiek geheim. Ik weet het wel, maar het is me in vertrouwen verteld. Geen honderdduizend maal in ieder geval.”

Veranderen alle prijzen jouw manier van werken?
“Nee man, gewoon weer een stuk schrijven en verder niks. Het is allemaal heel leuk, maar wat moet je er in godsnaam mee? Geert Mak heeft het ooit een ‘ongewilde samenzwering’ genoemd; je doet iets, daar word je goed in, je wint prijzen en dan willen mensen dat je er over komt praten in theaters en op tv. Maar als je daar allemaal op ingaat dan heb je geen tijd meer om te doen waar je goed in was.”

Maar het is toch mooi dat je meer kansen krijgt? Uitgevers geven je boeken vast graag uit.
“Da’s waar, ik heb al een boek geschreven en aan het einde van dit jaar komt Oorlog en kermis uit. Dat is leuk, maar je moet erop letten dat je blijft schrijven. En dus ging ik niet bij Jeroen Pauw zitten toen ik Journalist van het Jaar werd en nu niet bij DWDD. Het is allemaal onzin en ik ga liever als ik wat nieuws te melden heb.”

Waar is je prijs eigenlijk gebleven?
“Philippe Remarque heeft het beeld gekregen en hij staat nu bij Sylvia Witteman op haar nachtkastje. Allemaal prima, maar vanmiddag ga ik lekker een stuk schrijven over een standbeeld van Leonid Brezjnev in zijn geboorteplaats in Oekraïne. Mooi verhaal want zo’n beetje alle beelden van Russische leiders zijn daar omvergetrokken.”

Je wordt geroemd vanwege je bijna literaire stijl.
“Eerlijk gezegd ben ik altijd weer verbaasd als er een verhaal van mij in de krant staat. Ik heb nu iets geschreven over een bezoekje aan zo’n Sovjet- staalfabriek waar iedereen nors en chagrijnig kijkt.”

Koens pakt het verhaal er even bij en leest het voor: “De assistente van de directeur is de enige die niet nors kijkt. Haar versierde vingernagels maken een tikkend geluid op het scherm van haar telefoon en haar onvoorstelbaar lange benen zijn de enige bezienswaardigheid in de asgrauwe, slecht verlichte fabriek.”

Je zegt eigenlijk tegen de Volkskrant-lezers: ik zag een heel lekker wijf.
“Een lekker wijf in een lelijke staalfabriek. Ik had ook de historie van die oude Sovjetfabriek met wat jaarcijfers kunnen beschrijven, maar je hebt veel meer aan het contrast tussen die mooie vrouw in die lelijke omgeving. Kijk, met harde feiten is het ook niet goed uit te leggen dat er in Nederland zo weinig verpleegsters zijn dat mensen met luiers rondlopen. Maar als je het aardig beschrijft dan krijg je er wel een goed beeld van. Dat is de taak van de journalist.”

Iets anders. Is het terecht dat Nederlandse media direct de relatie tussen de moord op Boris Nemtsov en Poetin leggen?
“Zeker. Die verbanden hebben ook te maken met de reden dat ik werk zoals ik werk. In de klassieke vorm van journalistiek hou je je namelijk bij de droge feiten: ‘Man doodgeschoten op brug, vrienden en familie zeggen dat dader P. het heeft gedaan, maar dader P. ontkent. Het Kremlin heeft familie gecondoleerd met het verlies in een telegram’’. Maar al die feiten zeggen helemaal niets omdat er onderhuids veel meer aan de hand is. Je moet vaststellen dat de man om het leven is gebracht door zijn rol in de oppositie en dat komt weer voort uit een klimaat van haat dat hier is ontstaan de afgelopen anderhalf jaar. Mensen die het Kremlin niet steunen, worden hier voor vijanden uitgemaakt; als je het oneens bent met de oorlog in Oekraïne dan ben je vijand. Het lijkt me sterk dat Poetin de opdracht gaf om Nemtsov neer te knallen, maar de link is er wel degelijk. En alleen door die sfeer van haat te schetsen – door dat gevoel goed te beschrijven – kom je een beetje in de buurt van de waarheid.”